Dr. Rossi

foto Eva de Bruijn

Een ieder binnen de selectie van Haarsteeg is het eens volgens Theo van Geffen. Zoals het momenteel gaat, gaat het niet goed. Er moet wat veranderen en er zal daadwerkelijk wat veranderen. “Links of rechts, maakt niet uit. Maar dan wel met zijn allen naar dezelfde kant. Met puur voetbaltechnische zaken heeft het niets te maken. Het zit tussen de oren”, zegt de trainer van de kwakkelende tweedeklasser.

Vijf puntjes uit acht ontmoetingen in de schrale oogst van Haarsteeg tot dusver.  “Terwijl we de kwaliteit hebben om minstens dik in de middenmoot mee te draaien. Maar tijdens de wedstrijden geven we te vaak niet thuis. Laten we het op bepalende momenten afweten. Wordt er op een verkeerde manier gereageerd. In eerste instantie wordt niets gezegd of gecoacht en later vervallen ze onderling richting de verwijtende sfeer. En voetballen kunnen ze. Echt. Donderdag nog tijdens de training werd een ongekend niveau gehaald. Een paar dagen later zie je daar dan vervolgens niets meer van terug.”

Is Van Geffen zelf misschien de remmende factor? “Heb ik ook open gegooid. Heb de groep gevraagd of ik het probleem ben. Men beweert stellig van niet. Bij wijze van spreken dag en nacht ben ik bezig met het zoeken naar oplossingen. Laatst zei ik nog gekscherend: ik lijk dr. Rossi uit Gooische Vrouwen wel. Soms voel ik me meer psycholoog dan voetbaltrainer. Aan de ene kant is dat niet erg, want het verrijkt je per saldo natuurlijk wel. Maar dat vele verliezen blijft knagen. En niet alleen bij mij.”

Lijfsbehoud

Van Geffen, sinds deze zomer onder contract bij de club, heeft het donkerbruine vermoeden dat het vorige seizoen eveneens meespeelt in de koppies van de spelers. Na succesvolle jaren met een bijna-promotie naar de eerste klasse als sportief hoogtepunt, moest Haarsteeg de voorbije jaargang tot en met de nacompetitie vechten voor lijfsbehoud. “Hoewel we daarna tijdens de voorbereiding uitstekend speelden en ik zelfs complimenten hoorde voor het feit dat de spelvreugde weer terug was.” Maar toen het er echt om ging, doofde het heilige vuur beetje bij beetje, net als de overtuiging.

“En nu? Er zullen harde noten gekraakt worden. Wat er ook gebeurt, we gaan met de hele groep dezelfde richting in en wie niet mee wil of kan, valt af. Het bestuur heeft me gevraagd deze situatie op te lossen en ik heb beloofd daarvoor te zorgen. Zo moet het onderlinge acceptatievermogen anders ingevuld worden. We doen aan prestatiesport en dan mag er in het vuur van het spel best weleens wat gezegd worden. Maar wel op een manier die constructief bedoeld is. Om elkaar beter of scherper te maken. Dus niet achteraf gaan zeiken als het kalf al verdronken is. Dan trek je elkaar alleen maar verder naar beneden.”


Plaats een reactie