Topklassers willen minder hoofdklassen

Het aantal hoofdklassen gaat terug van zes naar vier. Twee op zondag en twee op zaterdag. Tenminste als het aan de Coöperatieve Vereniging Topklasse (CVT) ligt. Deze week schaarde de meerderheid van de topklasse clubs zich achter dit plan. Het zou voor een betere aansluiting zorgen op het topklasse niveau.

Bij de clubs uit de hoofdklasse C gaan de handen niet op elkaar voor het idee. “Puur eigen belang”, aldus voorzitter Dick Osinga van Be Quick 1887, tevens voorzitter van het hoofdklasse C overleg. En volgens Osinga denken ze er in de hoofdklasse A en B net zo over. Er werden deze week drie plannen op de vergadering van de CVT in stemming gebracht: Handhaving van de huidige situatie, een variant met één gemengde topklasse, twee overgangsklassen en vier hoofdklassen en het plan dat werd aangenomen met twee topklassen en vier hoofdklassen. Uit de topklasse degraderen dan twee clubs direct naar de hoofdklasse en één club speelt nacompetitie tegen de periodekampioenen uit de hoofdklassen voor handhaving. Nu degraderen er drie clubs en speelt er één nacompetitie.

Een “betere aansluiting op topklasseniveau” lijkt dit jaar met de lage klasseringen in de topklasse van de nieuwkomers FC Chabab en SWZ Sneek wel een redelijk argument. Maar dat argument kan net zo makkelijk weer onderuit gehaald worden met de prestaties van WKE en HSC ’21, die als promovendi vorig seizoen met een derde en vijfde plek heel hoog eindigden.

Alarmfase rood
De clubs in de hoofdklasse waren op de hoogte van de plannen van de CVT. Osinga is er duidelijk over: “Het is puur eigen belang. Ze willen de degradatie naar de hoofdklasse minder zwaar maken. Alle hoofdklassers verzetten zich er tegen. We zijn alert en het is alarmfase rood. Informeel hebben we aan de KNVB al laten weten dat we het er niet mee eens zijn”. Langere reisafstanden en dus de hogere kosten is niet het belangrijkste argument van de hoofdklasse clubs: “We zijn niet tegen verandering”, aldus Osinga. “Maar we willen nu niks veranderen, omdat we het totale plan willen verbeteren, inclusief een promotie/degradatie regeling tussen de profs en de amateurs. We willen niet steeds kleine aanpassingen. We moeten het nu rigoureus aanpakken”. Want over één ding zijn de voorzitter van het hoofdklasse C overleg en de CVT het wel eens. De strenge licentie-eisen om vanuit het amateurvoetbal naar de eerste divisie te promoveren moeten heel snel van tafel.

Osinga ergert zich al lang aan alle groeperingen binnen de KNVB, die diverse nieuwe ontwikkelingen frustreren. Zo houdt de eerste divisie bewust vast aan de hoge licentie-eisen om maar niet te degraderen en voorkwamen lager spelende amateurclubs de instroom van tweede elftallen in de competities voor standaardteams. Het plan voor vier hoofdklassen en een beperkte degradatie vanuit de topklasse hoort ook in dat rijtje: “Iedereen heeft zijn eigen belang en dat is fout”, zegt Osinga.

Eigen plan
Als voorzitter van Be Quick 1887 heeft Osinga zijn eigen ideeën over een voetbalpiramide met een goede doorstroom: Een eredivisie, dan twee eerste divisies met daaronder vier hoofdklassen, zonder topklasse dus. “Die eerste divisies zijn dan onafhankelijk. Er zijn geen hoge licentie bepalingen. Iedereen kan er voetballen, full prof, semi prof, maar ook een club als Be Quick met alleen maar amateurs”, aldus Osinga die dit plan al enkele jaren geleden bij de KNVB heeft ingediend, maar daar in een la verdween.

Bron: Zondaghoofdklasse C, tekst Andor Heij.


Plaats een reactie